Kan ik mijn ouders ten laste nemen in de personenbelasting?
Wat zijn de (nieuwe) voorwaarden?

 

Rond Allerheiligen en Allerzielen herdenken we onze familieleden, vrienden en geliefden die we in het verleden reeds moesten loslaten en zijn we extra dankbaar voor de herinneringen die we met de mensen rondom ons nog kunnen delen en creëren. Een goed moment om even stil te staan bij jouw familie- en woonsituatie.

Nam jij één van de voorbije jaren een (groot)ouder, broer of zus ten laste of ben je van plan om hier in 2022 mee te starten, dan zal onderstaande info zeker interessant zijn voor jou. Zo weet jij bij de start van het nieuwe jaar meteen waaraan en waaraf. Want… een voorbereid man (of vrouw 😉) is er twee waard.

 

Wanneer kan ik een familielid ten laste nemen?

Regeling toegepast tot inkomstenjaar 2020 (aangifte in 2021)

Tot en met het inkomstenjaar 2020 volstaat het dat de persoon die je ten laste neemt minstens 65 jaar of ouder is op 1 januari van het daarop volgende jaar (het aanslagjaar). Voor 2020 zou het dus gaan om de leeftijd van de inwonende op 1 januari 2021. Daarnaast moet de persoon ten laste bij je inwonen en mag hij/zij in het desbetreffende inkomstenjaar niet meer dan €3.380 nettobestaansmiddelen gehad hebben. In ruil hiervoor ontvang je een verhoging van de belastingvrije som van €3.270. 

☛  Nog fijn om weten is dat het pensioen van de persoon ten laste niet bij de nettobestaansmiddelen wordt gerekend, zolang het totale bedrag lager ligt dan €27.230.

Weetje: Is de persoon die u ten laste neemt gehandicapt, dan wordt hij/zij voor twee gerekend.


Regeling toegepast vanaf inkomstenjaar 2021 (aangifte in 2022)

In September 2021 werden de voorwaarden voor uw aangifte in 2022 verstrengd:

  • De inwonende ten laste zal hulpbehoevend moeten zijn.
  • Gehandicapten die onder deze regeling vallen zullen niet langer voor twee gerekend worden.

☛  Voor wie met deze verstrenging nog wel aan alle voorwaarden voldoet, hebben we goed nieuws. Vanaf de aangifte in 2022 zal je een verhoging van de belastingvrije som ontvangen ten bedrage van €4.940.

 

Maar… wat houdt dat nu in ‘hulpbehoevend zijn’?

Of jouw familielid al dan niet hulpbehoevend is, wordt bepaald door zijn of haar graad van zelfredzaamheid. Op de website van je mutualiteit kan je hierover meer informatie terugvinden, alsook een vragenlijst om de graad te kunnen bepalen. Een verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten wordt voor de regeling vanaf 2021 aangehouden als het minimum. 

 

De overgangsregeling

Gelukkig verlies je met de ingang van deze regeling niet zomaar opeens je belastingvoordeel. Wie zijn familielid (65+) reeds ten laste nam voor aanslagjaar 2021, zal nog steeds recht hebben op een verhoging van de belastingvrije som. Ook wanneer er geen sprake is van hulpbehoevendheid. Dit blijft nog gelden tot inkomstenjaar 2024. 

☛  Is het familielid wel hulpbehoevend, dan kan je al genieten van de nieuwe regeling en ontvang je een verhoging van de belastingvrije som ten bedrage van €4.940.

Let op! De overgangsregeling geldt niet voor niet-hulpbehoevende inwonenden wanneer deze pas na de aangifte van 2021 ten laste genomen werden.

 

En wat heeft de toekomst voor ons in petto…?

Vanaf inkomstenjaar 2025 zal de vereiste minimum leeftijd voor de toeslag stijgen naar 66 jaar, om vervolgens nog te stijgen naar 67 jaar vanaf 2030.

 

Heb je nog vragen rond jouw specifieke situatie? Wij staan voor je klaar! 🙋‍♀️


Bron: Indicator – Larcier