Sinds begin 2021 valt het gratis bijklussen tussen particulieren en werk in een vereniging terug binnen het “oude stelsel”.
Laat ons even terug in de tijd gaan naar hoe dit stelsel geëvolueerd is.

 

 

2017 – er werd een vrijstelling van belastingen en sociale zekerheid ingevoerd voor klusjes tussen particulieren en voor werk in een vereniging.

• 2018 – deze vrijstellingen gingen ook van kracht voor activiteiten in de deeleconomie.

• 2021 – alle bovenstaande vrijstellingen vallen weg en het ‘oude stelsel’ is terug van kracht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom deze verandering?
Het gratis bijklussen werd beschouwd als oneerlijke concurrentie met ondernemers die deze activiteiten uitvoeren. Denk maar aan
een tuinier of andere herstellingsdiensten.

 

Omdat je een handje uitsteekt naar je buur betekent dit nog niet dat je belastingplichtig bent.

 

Wanneer vallen de klusjes tussen particulieren onder een divers inkomen?
Wanneer dit contractueel wordt afgesproken en over een langere periode loopt, is er een belastingtarief verschuldigd van 33%.

 

Wat met verenigingen?
Vrijwilligers in verenigingen kunnen zoals voorheen gewoon aan de slag blijven gaan en krijgen in principe geen vergoeding.
Onkostenvergoedingen zijn wel toegestaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sportieve verenigingen
Voor deze verenigingen wordt er een uitzondering gemaakt: deze inkomsten zijn belastbaar als divers inkomen waarbij slechts
de helft belastbaar is. De belastingtarief bedraagt hier 20%. De volgende activiteiten komen hiervoor in aanmerking:

 

  • animator, leider, monitor … die sportinitiatie en/of sportactiviteiten verstrekt
  • sporttrainer, sportlesgever, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden
  • conciërge van sportinfrastructuur
  • ondersteuning op kleinschalige basis inzake administratie, bestuur, logistieke verantwoordelijkheden
  • hulp op kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties in de sportsector
  • opleidingen, lezingen, en presentaties in de sportsector

 

Wat zijn de gevolgen voor de vereniging zelf?
Wanneer een medewerker onder een bepaald belastingstelsel valt, wordt ook de vereniging aanzien als een échte werkgever die sociale verplichtingen heeft.

 

Ook een nieuwe regeling voor inkomsten uit de deeleconomie

  • er is een forfaitaire aftrek van 50%;
  • het tarief op deze inkomsten is 20%;
  • het gunstregime is enkel van toepassing op erkende platformen voor deeleconomie (inkomsten uit niet-erkende platformen zijn belastbaar als divers inkomen aan 33%);
  • de erkende platformen voor deeleconomie moeten sinds 1 februari 2021 ook bedrijfsvoorheffing inhouden;
  • alle deelplatformen (erkende en niet-erkende) moeten hun betrokken medewerkers informeren over de fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen.

 

Voor inkomsten uit de deeleconomie en het verenigingswerk samen geldt één jaargrens van 6.390 euro bruto per kalenderjaar. Door het kostenforfait van 50% is dus slechts de helft daarvan belastbaar. Voor inkomsten uit erkende platformen is er geen maandgrens.

 

 


Bron: AC|S